Kirsten | Breda

Na een avond stappen, waarin ik al meerdere keren op mijn kont was geslagen in de kroeg, liep ik samen met een vriendin naar huis. De fiets van mijn vriendin stond geparkeerd aan één van de fietsnietjes aan de stoep voor mijn appartementencomplex. Nog na kletsend over de avond wachtte ik tot zij haar slot los maakte en veilig op de fiets kon stappen voordat ik naar binnen ging. Om niemand op de stoep in de weg te staan ging ik tussen de fietsnietjes in staan.

Toen zij haar kettingslot had losgemaakt en haar fiets tussen de krappe fietsnietjes uit probeerde te halen, deed ik een stapje achteruit om haar meer ruimte te geven. Ik verwachtte met mijn rug tegen het fietsnietje achter mij aan te leunen, maar voordat ik bij het fietsnietje was stootte ik tegen een man achter mij aan. Deze man had zich tussen mij en het fietsnietje ingewurmd. Op het moment dat ik naar achter stapte, “ving” deze man mij op door zijn armen om mijn lichaam te slaan en daarbij in mijn borsten te knijpen en mijn lichaam tegen het zijne te drukken. 

Geschrokken draaide ik mij om, om de man die mij niet los liet van mij af te duwen en boos (maar vooral geschrokken) “Wat doe jij? Blijf van mij af!” te roepen. Vervolgens werd deze man boos op mij. Want “ik liep toch tegen hem aan” en “had mij alleen maar opgevangen”. Nadat hij mij nog een paar keer uitschold, wurmde hij zich tussen de fietsnietjes uit en vervolgde hij zijn pad over de stoep.

Het was duidelijk dat deze man niks tussen de fietsnietjes te zoeken had, en hij was alleen maar van zijn pad geweken om achter mij te komen staan en mij “op te vangen”. Maar toch was ik een ondankbaar kreng, een hoer en nog een heleboel meer. Ik ben deze stapavond huilend op de bank geëindigd.